
Alleen met een nationaal bouwplan kunnen we de huidige wooncrisis te lijf. De focus moet liggen op de bouw van sociale huurwoningen. Verder is een grondbank nodig en moeten woningcorporaties geen huurwoningen meer verkopen. Een planbatenheffing kan de grondprijs in toom houden en meer prefab-woningen helpen om wonen betaalbar te maken. Ook dient de hypotheekrenteaftrek afgebouwd te worden en moet Almere zo snel mogelijk in Pampus gaan bouwen.
Kandidaat Kamerleden in debat
Dat waren enkele uitspraken die vrijdag 10 november tijdens het verkiezingsdebat ‘Een woning voor iedereen?’, bij Casa Casla aan het Weerwaterplein, waren te horen. Hieraan namen deel Abassin Nessar (PvdA/GL), Spencer Alberg (D66), Mathijs ten Broeke (SP) en Nancy Rijsel (Denk). De organisatie ervan was in handen van 3HO (drie Almeerse huurdersbelangenverenigingen), het Breed Overleg Plus en het Cliënten Beraad Almere. Het debat stond onder leiding van Elisabeth van den Hoogen.
Nieuw Sociaal Contract, BBB en het CDA konden geen debater leveren. VVD, PVV en de Partij voor de Dieren hadden niet gereageerd op de uitnodiging om deel te nemen aan het debat.

Zorgelijk
De Almeerse woningmarkt overziende, is het niet overdreven te stellen dat de situatie ervan zorgelijk is. Huishoudens met een inkomen tot modaal hebben in Almere nauwelijks iets te zoeken. Voor deze doelgroep wordt simpelweg te weinig gebouwd. Verder heeft Almere ten opzichte van Nederland een afwijkende woningvoorraad (inmiddels ruim 90.000 huizen): minder betaalbare koopwoningen en de corporaties hebben meer dure huurwoningen dan elders in Nederland. Het percentage sociale huurwoningen (met een huurprijs tot €808,60, bedraagt circa 25 procent van het totaal. Dat zou naar 30 moeten. Het aantal ingeschrevenen bij Woningnet (dan heb je recht op zo’n huis) hangt rond de 55.000.
Slechtste jongentje van de klas
Hebben de panelleden suggesties om met name die laatste groep een kans op een woning te bieden, zodat Almere een ‘stad voor iedereen kan zijn’, zoals in de woonvisie ‘Thuis in Almere’ wordt gesteld? Nessar trapte af met te stellen dat Almere ‘het slechtste jongetje van de klas is’. De stad zou zich moeten schamen voor die 25 procent. ‘Evenveel als Wassenaar, nota bene’, zei hij.“Meteen maar naar 40 procent, dan komen we wellicht op 30 procent”, voegde hij eraan toe. Rijsel stelt dat de supervisie wat betreft de woningbouw bij het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening moet liggen. Volgens Ten Broeke is een nationaal bouwplan nodig om Nederland uit deze bouwcrisis te halen. “Verder moeten we de grond weer hebben, zoals vroeger. Toen konden woningen makkelijker gerealiseerd worden. Nu zitten we met een Bouwfonds dat inmiddels is overgenomen door de Rabobank. Ik ben voor de herintroductie van de woningbouwvereniging.” Alberg meent dat gemeenten grond moeten kunnen leveren. Nessar gaf daarop aan dat er een soort grondbank moet komen. “Het Rijk moet de grond kunnen aanwijzen.” Rijsel zou het liefst een rijksbouwbedrijf zien. Nessar voegde eraan toe: “De grond moet in beheer van de samenleving komen. De planbatenheffing, een belasting op stijgende grondwaarden als de bestemming zich wijzigt, kan helpen de boel sneller opgang te brengen.”

Bestaand
Over grond gesproken, Alberg gaf namens D66, wellicht ten overvloede, aan waar de lage woningproductie aan te wijten is: stijging van de rente en de bouwkosten. Beter is het daarom om de bestaande voorraad aan te pakken: splitsen en optoppen, en kantoorpanden ombouwen. “Jongeren moeten ook geholpen worden.
Betrek de studieschuld niet bij de aanvraag voor een hypotheek. Dat helpt.”
Jan de Vletter, oud-directeur woningcorporatie Groene Stad Almere, vroeg zich af waarom er nog geen start is gemaakt met woningbouw in Almere Pampus. Die grond is in bezit van de overheid. Onder strak regime van de gemeente kan snel de eerste paal de grond in. Voordeel: er zijn daar nog geen omwonenden die kunnen protesteren tegen bouwplannen. Dat gebeurt nogal eens, recentelijk in de Muziekwijk.

Bouwplicht
Projectontwikkelaars dienen via een bouwplicht gedwongen te worden uitvoering te geven aan een plan. Daar waren de panelleden het over eens. Het belang van de volkshuisvesting is groter dan de houding van die ontwikkelaars die uit zijn om zoveel mogelijk geld te verdienen, was de mening. Ja, en dan de inkomensgrens verhogen om meer mensen in aanmerking te laten komen voor een sociale huurwoning? Dan worden de wachtlijsten nog langer, was de gedachte. Nessar: “De middenhuren worden nogal eens vergeten. Die moeten we ook reguleren.”
Ten Broeke: “De sociale huursector is een kopje kleiner gemaakt, ten gunste van anderen die veel geld willen verdienen aan de woningbouw.” En doorstroming, zou dat niet helpen? Ten Broeke: “Mensen blijven gewoon zitten”. (Dat geldt ook voor kopers, aldus John van der Pauw). “Er is een grote ongelijkheid tussen huurders en kopers. Huurders worden anders belast. Huurders subsidiëren kopers, min of meer.” En een huurverlaging, zoals Ten Broeke wilde, zou dat mensen die mogelijk kunnen rondkomen, niet helpen? Onverstandig, aldus Arjan Deutekom van Goede Stede. “Zoiets bevordert de doorstroming niet.”
Artikel 22. Lid 2, Grondwet
Er is werk aan de winkel voor politici. ‘Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.’ Landelijk voor de Tweede Kamer en lokaal in de gemeenteraad. Zonder actie blijft het grondrecht wonen een lege huls.
Thijs Wartenberg
